De Eerste Wereldoorlog

 

(spreekbeurt voor basisschool groep 7)

 

In Vlaanderen zijn sommige loopgraven bewaard gebleven

 

Door , Eindhoven

 

(LIJN TREKKEN OP BORD MET AAN WEERSZIJDEN DE TWEE KAMPEN: DE CENTRALEN EN DE GEALLIEERDEN:

 

De Centralen
.....
.....
.....
De Geallieerden
.....
.....
.....

 

NU INVULLEN: LINKS: Oostenrijk en Duitsland.

EN RECHTS: Servië, Rusland en Frankrijk)

 

 

 

 

De aanleiding

 

Het is raar, maar niemand weet eigenlijk de reden waarom de Eerste Wereldoorlog uitbrak. We weten wel dat alle grote landen, zoals Engeland, Frankrijk en Duitsland hun legers aan het uitbreiden en versterken waren. Dat gebeurde al jarenlang. Er waren kleine ruzies, maar die waren niet belangrijk genoeg om een oorlog over te voeren.

 

Toen gebeurde er iets onverwachts. Eind juni 1914 bracht de Oostenrijkse kroonprins Franz-Ferdinand en zijn vrouw prinses Sophie een bezoek aan Sarajevo, de hoofdstad van Bosnie.  Tijdens een rondrit werd hij doodgeschoten door een student, Gavrilo Princip. Die was lid van een club die wilde dat Bosnie zelfstandig werd. Die club werd gesteund door de Servische terreur-organisatie Zwarte Hand.

 

Oostenrijk was boos en verklaarde Servië de oorlog. Maar Servië was bevriend met Rusland (dat is nog steeds het geval) en dus kwamen de Russen hun vrienden te hulp. Daarna kwamen de Duitsers de Oostenrijkers helpen. En Frankrijk ging Rusland weer helpen.

 

Plotseling viel Duitsland aan. Het Duitse leger trok België binnen, dat eigenlijk neutraal had willen blijven.

 

(NU ZET JE RECHTS VAN DE LIJN: België)

 

Duitsland wilde door België heen trekken om zo Frankrijk aan te vallen.

Het kleine, arme België werd bijna helemaal onder de voet gelopen. Veel burgers werden doodgeschoten. Overal in de wereld werd daar woedend op gereageerd. Engeland kwam België te hulp.

 

(RECHTS VAN DE LIJN: ENGELAND. HET BORD ZIET ER NU ZO UIT:)

 

De Centralen
Oostenrijk-Hongarije
Duitsland
De Geallieerden
Servië
Rusland
Frankrijk
België
Engeland

 

 

De loopgraven

 

Fransen, Engelsen en Belgen konden de Duitsers stoppen. De lijn waarlangs dat gebeurde liep dwars door België en Frankrijk heen. Deze lijn werd later bekend als het Westelijk Front. De legers lagen vlak tegenover elkaar en beschoten elkaar dag en nacht. Soldaten van beide kanten begonnen gangen in de grond te graven om daar beschutting te vinden tegen de miljoenen kogels die heen en weer vlogen.

 

Zo ontstonden de bekende loopgraven. Langs de hele frontlijn, door België en Frankrijk heen, lagen die loopgraven. Vier jaar lang bleef dat front op bijna dezelfde plaats liggen. Vier jaar lang schoten de soldaten als gekken op de overkant.  Miljoenen soldaten sneuvelden. De lijken bleven vaak gewoon liggen. Het werd een enorme stank. Ratten krioelden overal tussendoor om aan de lijken te vreten.  De soldaten werd gek van de ellende, van het lawaai van de kanonnen, van de kou en de nattigheid. Grote regenbuien veranderden het front in een grote modderpoel. Zie de foto links. Veel soldaten verdronken gewoon in de granaattrechters. Dat zijn de gaten die ontstaan als een afgeschoten granaat de grond raakt.

 

De soldaten gebruikten honden als koerier. Ze bonden de honden een kokertje aan de riem met een briefje erin. Zo konden de soldaten elkaar boodschappen doorgeven.  

 

Ondertussen gingen steeds meer landen mee doen aan de gevechten. Turkije, dat toen een heel groot rijk was - kwam Duitsland en Oostenrijk te hulp.

 

(LINKS VAN DE LIJN: TURKIJE)

 

En de geallieerden - zo werden ze genoemd - kregen hulp van de vroegere Engelse kolonien: Canada, Australie, Nieuw-Zeeland.

 

(RECHTS VAN DE LIJN: CANADA, AUSTRALIE, NIEUW-ZEELAND)

 

Uiteindelijk lukte het maar enkele landen om neutraal te blijven, dat wil zeggen geen partij te kiezen. Ook Nederland bleef neutraal. Ons land probeerde wel zijn leger zo sterk mogelijk te maken en aan de grenzen stonden de soldaten op wacht om te zorgen dat er geen buitenlandse soldaten onze neutraliteit schonden.

 

Terwijl de loopgravenoorlog maar doorging probeerden beide kanten af en toe door te breken. Dat leidde tot enorme veldslagen, met honderdduizenden doden. Heel bekend zijn de slag om Verdun (een stadje in Noord-Frankrijk), de slag bij de Somme (ook in Noord-Frankrijk) en de drie veldslagen om leper (ook wel bekend als Yper of als leperen, gelegen in België).

 

De granaten

 

Als je nu door deze streken rijdt kom je honderden oorlogsbegraafplaatsen tegen. Honderdduizenden lijken zijn nog altijd niet gevonden: hun botten zitten nog ergens in de grond. Af en toe komen er stukken boven. Ook komen elk jaar nog steeds duizenden granaten boven de grond. Er zijn plaatsen waar je nog steeds granaathulzen en loopgraven kunt vinden, bijvoorbeeld in de omgeving van leper.

 

Als een boer hier zijn akker ploegt komt het vaak voor dat hij resten van soldaten of van oorlogstuig bovenploegt.
Als het granaten zijn, legt hij die langs de kant van de weg of steekt hij die in de gaten van de telefoonmasten die overal langs de wegen staan.
De munitie-ophaaldienst van het Belgische Leger rijdt daar langs en haalt die granaten op om ze onschadelijk te maken.
Toen ik daar kort geleden was heb ik zelf zo'n granaat in zo'n telefoonmast gezien (foto links).

Die granaten zijn levensgevaarlijk. Elk jaar sterven nog mensen als ze proberen met zo'n granaat een geintje uit te halen of om hem uit elkaar te halen.

 

 

Afschuwelijke wapens

 

Er zijn afschuwelijke wapens uitgevonden en gebruikt in deze oorlog. De tank is er een van. Het is een Engelse uitvinding. De naam tank ontstond als volgt: de Engelsen waren bang dat de Duitse spionage er achter zou komen dat het ding werd ontwikkeld. Ze wilden hem als verrassing gebruiken. Daarom noemden ze het geen slagveld-auto of zoiets, maar gaven ze hem een codenaam: tank, waarmee bedoeld werd: watertank. Om water te brengen aan de soldaten, om te drinken en zich te wassen enzo. Pas toen het reusachtige ding voor het eerst op het slagveld verscheen, begrepen de Duitsers wat die tank in werkelijkheid was. Ze schrokken zich wild en renden alle kanten op van angst.  Later werd dat natuurlijk minder en maakten de Duitsers hun eigen tank, net zoals de Fransen.

 

Het gifgas was ook vreselijk. Beide kanten vuurden granaten af die met gas waren gevuld. Als die dan uiteenspatten, werden de soldaten die het gas inademden of op hun huid kregen, blind of ze gingen hoesten tot hun longen kapot waren.

Een van de Duitse soldaten die op deze manier blind werd was een zekere Adolf Hitler, die als korporaal-ordonnans diende in de loopgraven bij leper. Bij hem was de blindheid maar tijdelijk, want na enkele maanden verpleging kon hij weer kijken. Maar hij hield er een levenslange haat tegen de geallieerden aan over!

 

Ook werd in deze oorlog voor het eerst het vliegtuig gebruikt. Eerst alleen om te kijken waar de vijand zich bevond. Later ook om het vijandelijke front te bombarderen.

 

De mijnenoorlog

 

Een bijzonder deel van de oorlog was de mijnenoorlog. Mijnwerkers, vooral uit Engeland en uit Australie, groeven lange gangen onder de loopgraven van de vijand. Aan het eind van die gangen maakten zij kamers. Die vulden zij met munitie en dan bliezen ze die hele handel op. Dat maakte vaak een gat zo groot als een voetbalveld.

 

Vaak hoorde de vijand wel dat er onder zijn positie gegraven werd maar ze konden daar heel weinig tegen doen, want ze wisten niet waar precies er gegraven werd.

 

In de buurt van leper, in België, ben ik op een plaats geweest waar de Engelsen vijf van die mijnen maakten onder Duitse stellingen. De bedoeling was dat ze alle vijf tegelijk zouden worden opgeblazen. Maar door een foutje of zo, gingen er maar drie de lucht in. Dat was overigens al genoeg om de Duitsers van deze heuvel weg te jagen. (Twee dagen later namen de Duitsers die heuvel bij een tegenaanval weer in - alle moeite was dus vergeefs geweest).

 

Niemand wist meer waar die twee niet-ontplofte mijnen precies zaten. Dus werden ze vergeten. Veertig jaar later sloeg de bliksem in in een van de nog niet-ontplofte mijnen en dat gaf een vreselijke klap. Nu is er nog een mijn over.  Heel diep onder in de heuvel misschien, of... Ik heb er over heen gelopen. Het is een raar gevoel.  Hij kan nog elk moment afgaan, toch?

 

Op een andere plaats waar ik geweest ben, liggen nog steeds loopgraven en bunkers, net zoals ze toen waren. Er is niemand te zien, het lijkt of de mensen gewoon zijn weggelopen. Er liggen honderden hulzen van granaten - kijk maar naar de foto rechts.                  

 

Op deze plaats zijn tien jaar geleden nog de lijken gevonden van twee Duitse soldaten. Die hebben daar al die jaren gelegen. Er is, onder de grond, ook nog een soort ziekenhuis en commando-centrum. Nog nooit heeft iemand de moeite genomen om er naar te gaan graven. Er kunnen ook nog best lijken liggen.

 

 

De onderzeeboot-oorlog

 

Terug nu naar de oorlog. Heel belangrijk werd de rol van de onderzeeboot. Vooral Duitsland maakte daar gebruik van. Omdat Amerika veel schepen naar Engeland stuurde met voorraden en wapens, probeerden de Duitsers met hun onderzeeboten die schepen te torpederen.

 

Amerika was officieel nog steeds neutraal. Maar toen Duitse onderzeeboten ook begonnen met Amerikaanse passagiersschepen tot zinken te brengen (de Lusitania!), hadden ze er in Washington genoeg van. In 1917 kwam Amerika bij de oorlog. Maar pas in 1918 arriveerden de eerste Amerikaanse soldaten aan het front.

 

(SCHRIJF OP HET BORD, AAN DE RECHTERKANT VAN DE LIJN: AMERIKA)

 

De Centralen
Oostenrijk-Hongarije
Duitsland
Ottomaanse Rijk (Turkije)
Bulgarije
De Geallieerden
Servië
Rusland
Frankrijk
België
Engeland
Italië
Canada
Australië
Nieuw-Zeeland
Amerika

 

Duitsland probeerde in dat voorjaar van 1918 nog een keer met een hele grote aanval door het front heen te breken. Dat leek te gaan lukken. De Fransen en Engelsen waren moe en ziek van het oorlog voeren en werden overal teruggeslagen. Maar toen kwamen de Amerikanen. Ze waren sterk, gezond en ze hadden goede uitrusting en wapens. Toen de Duitsers dat zagen, gaven ze het na een poosje op. Zelf waren de Duitsers uitgeput, ze hadden gebrek aan eten, wapens, kleding (net als de Engelsen en de Fransen trouwens).

 

De oorlog had vier jaar geduurd. Er was meer in geschoten dan in de Tweede Wereldoorlog en er waren 8 miljoen gesneuvelde soldaten. 15 Miljoen mensen zijn gestorven door de oorlog, honger en ziekte.  

 

 

Einde van de oorlog

 

In november 1918 gaven de Duitsers, Oostenrijkers en Turken zich over.

De geallieerden trokken Duitsland binnen en gaven de verslagen Duitsers opdracht grote sommen geld als schadevergoeding te betalen. Ook mochten de Duitsers geen leger meer hebben. De Duitsers werden echt vernederd.

 

Sommige Duitsers waren daar woedend om. De vroegere korporaal Adolf Hitler bijvoorbeeld. Hij stichtte een eigen partij en vijftien jaar later kwam hij met verkiezingen aan de macht. Het duurde toen niet lang meer of hij begon opnieuw oorlog te voeren. Dat werd de Tweede Wereldoorlog.

 

Maar dat is een spreekbeurt apart!